Een Bossche patriciërsfamilie door L.F.W. Adriaenssen IIbis. CLAES SCHILDER DE JONGE, misschien schepen van Den Bosch in 1368120, kocht in dat jaar van Peter van Hokelem het derde vak in het gewand- of lakenhuis (stallum in domo pannorum), dat van Dierck van Hokelem was geweest.121 In het lakenhuis, dat van de hertog was, werden de lakens gesneden en vond de detailhandel plaats. Ten nadele van de wevers hadden de gewandsnijders het monopolie op de handel. Deze floreerde zozeer, dat het lakenhuis kort na 1330 was uitgebreid met de Corte Gameren.122 Claes Schilder stierf voor 1371. Bij Leria was hij vader van de volgende kinderen. Als weduwe gaf Leria samen met de kinderen een hoeve te Dommelen in erfpacht aan Willem Goyart Bierkens van Zeelst om jaarlijks 8 mud rogge Bossche maat.123 Willem Scilder, machtich ghemaect van Leriën Scilders, synre moeder, won in 1367 een huis en erf aan de Markt uit, dat van Claes Schilder de oude was geweest.124 In 1370 verkochten Claes' kinderen aan Hadewych van Neynsel een erfcijns van 30 schellingen 10 penningen uit een huis bij de Vismarkt en een van 50 schellingen op een huis in de Orthenstraat, geërfd van hun moeder en door deze van Katarina, vrouw van ridder Jan van Eyndoven.125
| 1 | ||||||||||||||||
De voornaam Leria zag ik behalve bij de familie Schilders en aanverwante geslachten in de veertiende en vijftiende eeuw alleen nog bij de familie Van Neynsel:126 I. HENRICK VAN NEYNSEL, schepen van Den Bosch in 1279, 1286, 1290, 1291, 1293, 1295, 1297 en 1301-1304127, was in 1306 nog in leven.128 Hij was gehuwd met Leeria, met wie hij een jaargetijde stichtte in de Sint-Janskerk.129 In het lakenhuis bezat hij een stal of vak, dat via zijn zoon Wellen vererfde op zijn kleindochter Leria van Neynsel.130 Kinderen:
II. GERIT VAN NEYNSEL134, schepen van Den Bosch in 1323-1335135 kocht in 1329 een deel van een omwaterde hoeve te Boekel. Hij trouwde met Truda en werd de vader van:
| 2 | ||||||||||||||||
IIbis. WELLEN VAN NEYNSEL was schepen van Den Bosch in 1330, 1332, 1333 en 1335.147 Hij trouwde met de Bossche schependochter Heylwich Thomas van Uden. In 1400 gaf Claes Henrics Schilder aan zijn oom Jacob Schilder, wilhelmiet, een cijns uit het huis van wijlen Wellen van Neynsel in de Hinthamerstraat.148 Kinderen:
| 3 | ||||||||||||||||
In twee akten wordt Mathijs, zoon van Clacs Schilder en Lerya, een erfgenaam en bloedverwant genoemd van Gerit van Neynsel.162 Gezien de leeftijd moet Claes Schilder een generatiegenoot zijn geweest van ridder Jan van Eyndhoven. De hypothese is, kortom, dat zijn vrouw Lerya ccn dochter was van Gerit van Neynsel.163 De kinderen van Claes Schilder en Lerya (Gerits van Neynsel) volgen na Claes' bastaard:
| 4 | ||||||||||||||||
IIIbis. CLAES NATUURLIJKE ZOON CLAES SCHILDER, schoenmaker. De slechts in de families Van Neynsel en Schilders voorkomende naam van zijn dochter Lerya lijkt een vernoeming naar de wettige vrouw van Claes Schilders de jonge, zijn stiefmoeder, wat doet vermoeden dat hij is opgevoed in het huis van zijn vader. In 1424 is sprake van Heilwich wedu wilner Claes Scilders des scoenmakers.184 Claes woonde in de Kerkstraat, waar hij een huis in erfcijns had ontvangen van Dierck Yewaenss van den Grave, heilige-geestmeester van Den Bosch.185 In 1432 belastte zijn zoon Pauwels het huis aldaar met een lijfrente van 30 schellingen ten behoeve van Claes Roelof Swisen, die zich daarmee voldaan verklaarde van hetgeen Claes Schilder hem had vermaakt.186
Schoenmaker Claes was vader van:
| 5 | ||||||||||||||||
IIIter. WILLEM SCHILDER196 was in 1380-1396 verschillende malen schepen van Den Bosch198 en in het laatste jaar van de veertiende eeuw rentmeester.199 Hij bezat een hoeve te Loon op Zand200 en was gegoed te Heesch201, in de vrijdom van Den Bosch202, in Maren en in Geffen. In de laatste heerlijkheid bezat hij in 1387-1391 een huis dat van wijlen Jan Koe, ridder, was geweest.203 Hij werd in 1397 samen met de deken van het kapittel van de Sint-Janskerk te 's-Hertogenbosch, de rector van de Tafel van de Heilige Geest aldaar, Goessen van den Steenwege en Willem Arnt Tielkens aangewezen als executeur van het testament van de Bossche poorter Jan van Neynsel.204 In datzelfde jaar belastte hij zijn huis voorbij de Visbrug en een ander huis op die plaats met een erfcijns van £ 4.205
De illustere Mariabroederschap, waarvan zijn broer Matthijs proost was, maakte in zijn woning kosten in 1359 en 1361, wellicht wegens vergaderingen of maaltijden.206 Willem is in 1406 overleden.207 Kateline Willem Scilders wijf stierf al in 1396.208
Willem had een bastaardkind verwekt uit het lichaam van Yken van der Scoteldonc:
| 6 | ||||||||||||||||
De wettige kinderen, misschien verwekt bij zijn vrouw Katharijn, die hem overleefde210, waren:
| 7 | ||||||||||||||||
IV. GERIT WILLEMS SCHILDER237 was in 1409 en 1417 borgemeester of rentmeester van Den Bosch238 en in 1413-1414 en 1422-1423 schepen.239 In 1443 is hij overleden.240 In 1405 en 1406 was hij proost van de Lieve-Vrouwebroederschap241 en in 1416-1417 zegde hij volgens de historicus van de broederschap zijn lidmaatschap op, wat een unieke geste was.242 De broederschapsrekening geeft echter:
Ontfaen van Gerit Scilder voir sinen auden scilt, dair hi hem der clerc bruederscap mede af geseyt heeft. Mer hi wil leec brueder bliven.243 In 1414 is hij overleden.244
Hij gaf in 1422 een huis in de Vughterstraat ten erfcijns uit, dat hij gerechtelijk had uitgewonnen245, en in 1436 belastte hij een huis in die straat met een erfpacht.246 Aan zijn neef Claes Henrics Schilder verkocht hij een huis en hof aan die aude Dyese247 en in 1433 verkocht hij vier huizen met erven, een tuin en een aangelegen huisplaats aan de Oude Dieze naast de lakenramen, strekkende van die Buerde tot de stadsmuren, en nog drie kamers daartegenover.248
Bij de Schilderspoort bezat hij een leeg erf en een hofstad.249 Hij gaf het in 1437 erfcijns uit aan Rutger van Arkel voor £ l paaiments; het erf lag in een straat die liep van de Hinthamerstraat naar een mansio van wijlen Claes Schilder (ook naast het erfgoed van Henrick Schilder), tussen de Dieze en een straatje.250
| 8 | ||||||||||||||||
In 1421 kocht hij het stenen huis met erf en tuin, geheten Langhdonc en gestaan aan de Markt, waar hij al een stenen huis bezat.251 Drie jaar later verkocht hij het weer, waarbij Goyert Claess Schilder beloofde hem over deze transactie niet te zullen lastigvallen.252 Tegelijk kocht hij een streep grond over de Tolbrug, buiten de oude muur. Mogelijk was dat hetzelfde perceel als het kleine erf achter zijn tuin of bleek bij de Tolbrug, tussen een wilgenboom en zijn stort, dat hij in 1424 verkocht.253
Welk van de huizen door Gerit is bewoond, is niet duidelijk. Sinds 1436 was zijn adres Keizerstraat bij de Lombardenbrug tegenover het lombardenhuis325; vlakbij, bij de Sint-Joriskapel in de Sint-Jorisstraat, bezat hij erven.254
Te Helvoirt bezat Gerit Schilder samen met de Heilige Geest van Den Bosch minstens sinds het begin van de vijftiende eeuw de hoeve in Leendonck255 en te Loon op Zand had hij een grote hoeve, Sproyssershove genaamd, die in 1422 24 bunder werd gemeten, terwijl het huis met erf, hof en aangelag 7 topenzaad groot was.256 Hij belastte in 1428 zijn mansio quodam dicto des Proeysershoeve met een pacht van 10 mud rogge.257 Later kwam het eigendom aan het klooster Mariendonk te Elshout.258 Hij handelde in Venloonse turf, wat blijkt uit een beloofde levering van een lofbaer pleyte in 1416.259Voorts bezat hij te Tilburg Tguet ter Lijnden aan de Stokhasselt op de plaats die later Ter Linden heette.260 Willem Goyarts van Heyst, die vermoedelijk zijn pachter was261, gaf hem in 1414 zijn runderen en kleinvee, genoemd varendegoed.262
Ook te Berlicum bezat Gerit Schilder een hoeve en land:263 2 bunders beemd te Lencxbroec gaf hij in 1417 in vruchtgebruik aan zijn zoon Matthijs264 en in 1424 verkocht hij een huis bij die Gharsthof te Belveren onder Berlicum, een perceel bouwland bij de waterovergang Tgewat en land te Middelrode.265
Ten slotte bezat Gerit 7 morgen land te Cromvoirt266 en te Sint-Michielsgestel aen die Plaetse een hofstad met hof, strekkende van de Plaats tot de Dommel, en een beemd van 3 1/2 bunder te Ruimel, die hij in 1436 wilde verpachten voor 22 zester rogge Bossche maat plus het onderhoud van een stuk dijk bij die Valbrugge.267
Onder talloze cijnzen en pachten die Gerit trok, bevond zich een erfpacht van 7 mud rogge met acht ghewrachte (gevilde) konijnen of evenveel oude groten uit onderpanden te Mierlo.268
| 9 | ||||||||||||||||
Gerit Schilder trouwde in tweede echt met Heylwich Roeloffs van den Grave269, zijn huisvrouw in 1438270 en zijn weduwe (sinds kort) in 1445. Heylwich en haar zus Elisabeth verwierven in 1432 het vruchtgebruik in de helft van een kamer onder de trap van het gewandhuis, die zij terstond verkochten.271 Zij waren dochters van Roeloff van den Grave en Luut Goossens Cnode. Gerit en Heylwich hadden twee kinderen272, die in 1439 een huis in de Vughterstraat (van de straat tot de stroom) verkochten, waarbij Goyart Schilder afzag van vernadering. De kopers beloofden met Sint-Jan overeen jaar 77 rijnsgulden en 11 £ paaiments te betalen.273 In eerste echt was Gerit Schilder getrouwd met Aleyt Jans van Bladel.274 Haar vader was lakenkoper, zijn zonen bezaten althans delen van een vak in de lakenhal.275 Aleyt kreeg van de stad een lijfrente uitgekeerd tot in 1402; aangezien de betaling in 1406 blijkt te zijn gestaakt, was zij toen overleden.276
Zij was de moeder van:
| 10 | ||||||||||||||||
| 11 | ||||||||||||||||
| 12 | ||||||||||||||||
| 13 | ||||||||||||||||
Afkortingen
| 14 |
Noten | |
120. | A.M. van Lith-Droogleever Fortuijn, J.G.M. Sanders en G.A.M. van Synghel (uitg.), Kroniek van Peter van Os. Geschiedenis van 's-Hertogenbosch en Brabant van Adam tot 1523 ('s-Hertogenbosch, 1997) 97. |
121. | GAH, R 1175, f 97, 23 februari 1368. |
122. | N.H.L. van den Heuvel, De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629. Rechtsbronnen van het bedrijfsleven en het gildewezen (Utrecht, 1946) 353, 354. |
123. | GAH, R 1192, f 466v, 8 mei 1422. |
124. | GAH, R 1799, f 15, 11 januari 1367; f 20, 8 februari 1367. |
125. | GAH, Groot Begijnhof, oorkonde 46, 2 mei 1370. Vgl. oorkonde 130, 27 januari 1412: Arnt Ysbouts had een kwart van genoemd huis in de Orthenstraat in erfcijns ontvangen van Jan van Eyndoven en Katelijn van Neynsel. |
126. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1123, 15 januari 1393. Groot Ziekengasthuis 3222, 21 mei 1364; 31 oktober 1395; 12 mei 1396. Idem 3315, 27 juli 1396 (2 akten); 10 mei 1410. R 1179, p. 309, fatum quinta post Huberti 1393. M. Spierings, „Het obituarium of dodenboek van de Sint-Janskerk te 's-Hertogenbosch (1280-1435)", Boschboombladeren, 23 (januari 1979), 42. |
127. | B.C.M. Jacobs, Justitie en politie in 's-Hertogenbosch (Assen, 1986) 245-248. |
128. | H.P.H. Camps, Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. 1. De meierij van 's-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert) (2 stukken; 's-Gravenhage, 1979) II, 839. |
129. | Spierings, Het obituarium, 42 |
130. | GAH, R 1179, p. 144, datum sexto post Oculi 1392. Vgl. R 1182, f 36v. |
131. | GAH, Rijke Claren 43, f LXIv. |
132. | AKH, Kerkarchief Sint-Jan 2931, f CCCXVII. |
133. | Archief Lieve- Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 25. |
134. | GAH, R 1187, f 332v. |
135. | Van Lith-Droogleever Fortuijn c.a., De kroniek van Peter van Os, 53, 61, 67, 71, 72. |
136. | A. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch tijdens de Late Middeleeuwen (1306-1531) (Amsterdam, 1998), bijlage 1, no. 277. |
137. | AKH, Kerkarchief Sint-Jan 2931, f CXXII. |
138. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 2931, f CIIv; vgl. f CIII. |
139. | Archief Lieve- Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 25v. |
140. | GAH, Rijke Claren 43, f LXIv, datum in crastino beatorum Symonis et Jude apostolorum 1393. Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 256a, 29 september 1342. |
141. | GAH, Groot Begijnhof 76, 8 juni 1383. |
142. | GAH, Groot Begijnhof 130, 27 januari 1412. |
143. | GAH, Begijnhof, oorkondden 46, 56, 63, 64, 69, 78, 79, 81 en 86, de laatste het testament van 30 september 1390. |
144. | Jacobs, Politie en justitie, 257, 258. |
145. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 256a, 29 september 1342. |
146. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 25. Spierings, „Het obituarium", 19. |
147. | Jacobs, Justitie en politie, 25, 257. |
148. | GAH, R 1181, f 307v, 13 januari 1400. |
149. | GAH, Groot Ziekengasthuis 3222, 21 mei 1364. |
150. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 1778, 11 mei 1388. GAH, R 1179, p. 83. |
151. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 2931, ff CCCXIX en CCCXIXv. |
152. | GAH, R 1180, p. 601, 5 dagen na Dionisius 1396. |
153. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 25v. |
154. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 2931, f LIIII. |
155. | Spierings. „het obituarium". 42. |
156. | Van den Bichelaer, Het notariaat, bijlage 1, no. 351. |
157. | Jacobs, Justitie en politie, 257-259. |
158. | Jacobs, Justitie en politie, 257, 259-262. |
159. | GAH, R 1207, f 256. |
160. | Jacobs, Justitie en politie, 259. |
161. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 27. |
162. | Zie noot 165. |
163. | Met dank aan Hans Vogels te Helmond, die mij op het goede spoor zette. |
164. | M. Van den Bichelaer, Het notariaat, bijlage 1, no. 353. |
165. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 559, 21 april 1365. |
166. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 456, 29 juli 1359; 458, 25 november 1359; 461, 2 december 1459; 480, 24 augustus 1360; 497, 21 augustus 1361; 564, 19 mei 1365; enz. Spierings, „Het obituarium". 50. |
167. | L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch (5 dln.: Sint-Michielsgestel, 1870-1876) IV, 231. |
168. | W.F.H. Oldewelt, Rekeningen van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap (1330-1375) (Z.pl., 1925) 75, 83-85, 88, 90, 93, 95, 97, 103, 110, 112, 116. GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 769, 13 februari 1376. |
169. | A. Smeijers, „De Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch. Archivalia bijeengebracht". Tijdschrift der Vereeniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis, XI, XII (1925, 1926), XI 203, 204. |
170. | Smeijers, „De Illustre", XI, 205, 206. |
171. | G.C.M. van Dijck, De Bossche optimaten. Geschiedenis van de Illustere Lieve Vrouwebroederschap te 's-Hertogenbosch, 1318-1973 (Tilburg, 1976) 180. Zie ook Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1387-1388, f 107v; rekening 1388-1389, f 112v; rekening 1389-1390, f 120v. |
172. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Heriogenbosch 49, f 28. Idem 52, rekening 1400-1401, f 6. ABH, Obituarium van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch, p. 140. |
173. | GAH, R 1181, f 307v, 13 januari 1400. |
174. | GAH, Groot Ziekengasthuis 2135, 6 juli 1357. |
175. | H. Hens e.a., Mirakelen van Onze Lieve Vrouw te 's-Hertogenbosch 1381-1603 (Tilburg, 1978)285. |
176. | GAH, R 1177, f 394, 1387. Hens e.a., Mirakelen van onze Lieve Vrouw 441, 495. |
177. | Oldewelt, Rekeningen van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap, 66. |
178. | GAH, R 1176, f 116v, september 1379. |
179. | Archief Lieve-Vrouwebroedersehap 's-Hertogenbosch 49, f 26v. Idem 52, rekening 1387-1388. f 107. |
180. | GAH, R 1207, f 45v, 6 februari 1437. |
181. | GAH, R 1182, f 71v, 10 juni 1399 of 1400. R 1183, f 58, datum in festo Zeverini 1403. |
182. | GAH, R 1182, f 171, een week na zondag Letare 1399 of 1400. |
183. | GAH, R 1207, f 89v, 23 mei 1437: verkoop van een cijns uit een huis aan de Markt, die weleer was verkregen van Catharina wijlen Claes Schilder. |
184. | GAH, R 1194, f 202v, 13 maart 1424. |
185. | GAH, R 1212, f 212v, 10 september 1442. |
186. | GAH, R 1202, f 219, 19 februari 1432. Vgl. noot 185 |
187. | GAH, R 1193, f 167v, 28 december 1422. R 1200, f 202, 21 februari 1430; f 273. 17 februari 1430. R 1227, f 29v, 4 december 1456. |
188. | GAH, R 1199, f 184v, 11 januari 1429. R 1215, f 157, 16 januari 1445. |
189. | GAH, R 1191, f 313v, 25 mei 1422. |
190. | AKH, Kerkarchief Sint-Jan 1266, 31 mei 1455. |
191. | GAH, R 1213, f 264. 22 oktober 1442. R 1221, f 218v, 7 oktober 1450. R 1224, f 155v, 3 januari 1454. |
192. | GAH, R 1212, f 212v, 21 april 1432. Vgl. R 1227, f 29v, 4 december 1456. |
193. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 2931, f CCLVIIv. |
194. | GAH, R 1203, f 216v, 16 juli 1433. |
195. | GAH, R 1221, f 218v, 7 oktober 1450. |
196. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 1268, 24 november 1393. GAH, R 1177, f 232, daags na Palmzondag 1386. R 1178, f 108v, daags na de octaaf van Pinksteren 1389 of 1390; f 136, 21 januari 1390; f 383, 7 januari 1390. R 1179, p. 446, datum in crastino Marcelii 1392. R 1180, p. 240, 1393 à 1395. R 1182, f 36v, 11 dagen na Pasen 1399 of 1400. R 1183, f 364, daags na Sint-Laurens 1404. R 1219, f 79v, 12 juli 1449. R 1799, f 46, 10 januari 1390; f 51, 9 januari 1391; f 52v, 3 januari 1391; f 98, 1395; f 98v, des manendachs na der octaven van Paesschen 1395; f 100, 1395; f 105, des manendach na sente Agaten dach 1395. Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1010, 4 januari 1388. A. Verkooren, Inventaire des chartes et cartulaires des duchès de Brabant et de Limbourg et des pays d'Outre-Meuse (13 dln. in 3 stukken; Bruxelles, 1910-1976) VII, no. 4981, 13 december 1376; 2e serie, dl. III. 100. no. 7342, 24 juli 1399. |
197. | Van den Bichelaer, Het notariaat, bijlage 1, no. 382. |
198. | Van Lith-Droogleever Fortuijn c.a., De kroniek van Peter van Os, 100, 101, 104, 108, 111. |
199. | R.A. van Zuijlen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch, chronologisch opgemaakt en de voornaamste gebeurtenissen bevattende (Stadsrekeningen van het jaar 1399-1800) (2 stukken: 's-Hertogenbosch, 1863-1866) I, 1. |
200. | GAH, R 1265, f 367v, 17 juli 1493. |
201. | GAH, R 1176, f 157, datum quinta post Martini 1381. |
202. | GAH, R 1176, f 216, datum in crastino Assumptionis 1382. |
203. | GAH, R 1177, f 394, 1387. R 1178, f 204, 1391. |
204. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1241, 20 juli 1398. |
205. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1229, 4 oktober 1397. |
206. | Oldewelt, Rekeningen van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap, 79, 84. |
207. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenboseh 49, f 28. Idem 52, rekening 1404-1405, f 24 (vgl. f 23). |
208. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1396, f 139v. |
209. | GAH, R 1180, p. 85, datum feria secunda post dominicam Cantate 1394. |
210. | GAH, R 1191, f 67v, 4 februari 1421. |
211. | GAH, Oud archief, B 6 sub lijfrenten, opten irsten dach van augusto. |
212. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 28. Idem 52, rekening 1407-1408, f 44v. |
213. | GAH, R 1184, f 388v, datum quinta post Laurencii 1406. |
214. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1396, f 138v. |
215. | RANB, Oorkondenverzameling Provinciaal Genootschap 83, 30 juni 1401. GAH, R 1179, p. 227. R 1180, p. 30, datum sexta post Remigii 1393. R 1190, f 317v, 4 januari 1418. R 1201, f 363v, 24 augustus 1431. R 1799, f 191, des maendaechs na dertiendach 1401. Van den Bichelaer, Het notariaat, bijlage 1, no. 338. |
216. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1083, 11 maart 1391. |
217. | GAH, R 1188, f 210, 10 juli 1413. |
218. | GAH, Oud archief, B 2 (Remigius 1399 - Pasen 1400), sub lijfrenten, op Bamis. B 3 (Pasen - Kerstmis 1400) is een incomplete rekening. B 4 (Remigius 1400 - Pasen 1401), sub lijfrenten, op Baemis. Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1399-1400. |
219. | GAH, R 1192, f 34v, 9 januari 1421. |
220. | GAH, R 1192, f 320v, 15 oktober 1421. R 1193, f 51v, 16 februari 1422. R 1200, f 66v, 1 maart 1430. R 1204, f 139v, 27 november 1433. |
221. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 152, 153. |
222. | GAH, R 1196, f 133v, 2 oktober 1426. |
223. | GAH, R 1195, f 182. |
224. | GAH, R 1201, f 265v, 27 juli 1431. |
225. | GAH, R 1192, f 302v, 24 november 1421; f 313, 28 maart 1422. |
226. | GAH, R 1198, f 227v, 10 april 1428. |
227. | GAH, R 1193, f 203, 21 mei 1423. |
228. | GAH, R 1187, f 481. R 1196, f 240v, 30 juni 1427. R 1197, f 304, 24 septemer 1428. |
229. | GAH, R 1204, f 79, 24 mei 1434. Vgl. R 1190. ff 15, 442v. R 1197, f 242v, 11 juni 1426. |
230. | GAH, R 1210, f 269v, 21 juli 1440. |
231. | L.F.W. Adriaenssen, „Zes eeuwen niet van huis. Een Esbeekse genealogie (1395-1989)", De Brabantse Leeuw, XXXVIII (1989) 151, 152. |
232. | GAH, R 1207, f 114, 9 augustus 1437. |
233. | GAH, R 1176, f 360v, Petrus en Paulus 1384. |
234. | GAH, R 1182, f 230. R 1184, f 209, datum in crastini Symonis et Jude 1405. |
235. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 28. Idem 52, rekening 1406-1406, f 37; vgl. rekening 1405-1406, f 30: hij wordt lid. |
236. | GAH, R 1191, f 171v, 18 oktober 1420. |
237. | Rijksarchief Maastricht, Familiearchief De Heusch, regesten 32 (21 augustus 1441) en 43 (5 mei 1497). AKH. Kerkfabriek Sint-Jan 260, 25 februari 1407. Idem 272, 3 juli 1412. GAH. Groot Begijnhof, oorkonde 196, 17 januari 1436. R 1183, f 362, sextus post Sixti 1404. R 1184, f 146, datum sabbato post Pentecoste 1405. R 1185, f 59. R 1186, f 52v. R 1192, f 127, 11 april 1421. R 1193, f 30, 17 december 1421; f 192, 13 april 1423; f 218v, 28 juli 1423; f 223, 25 augustus 1423. R 1197, f 276, 20 maart 1426. R 1 1198, f 96, 31 juli 1428. R 1201, f 196, 23 februari 1431. R 1203, f 100v, 24 juii 1433. R 1205, f 170v, 2 april 1435; f 170v, 2 april 1435; f 168v, 31 maart 1435; f 275v, 1 december 1434. R 1207, f 71v, 27 maart 1437; f 75v, 10 april 1437. R 1208, f 160, 9 november 1437. R 1218, f 271, 18 mei 1448. D. van Heel, „Bijdragen tot de geschiedenis van het clarissenklooster te 's-Hertogenbosch", Taxandria, XL (1933) 260. |
238. | GAH, R 1186, ff 246v, 247. R 1190, f 276v. |
239. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 126, 137. |
240. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 30v. |
241. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1406-1407, f 35v. Smeijers, „de Illustre", XII, 45, 46. |
242. | Van Dijck, De Bossche Optimaten, 40. |
243. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenhosch 52. rekening 1416-1417, f 96v. |
244. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 29. |
245. | GAH, R 1193, f 33, 3 januari 1422. |
246. | GAH, R 1206, f 180v, 14 april 1463. |
247. | GAH, R 1184, f 309, datum sabbato post Letare 1406. |
248. | GAH, R 1183, f 110, 15 juni 1402. R 1193, f 147, 3 oktober 1422; f 213v, 5 juli 1423; f 292v, 13 januari 1423. R 1197, f 356v, 3 juli 1427; f 375v, 31 december 1427. Vgl. R 1184, f 96v, sabbato post reminiscere 1405.249|GAH, R 1205, f 63, z.d. (25 april 1435); f 183v, 5 mei 1435; f 275v, 10 december 1434. R 1258, f 253v, 26 oktober 1489. |
250. | GAH, R 1207, f 109, 23 juli 1437. |
251. | GAH, R 1192, f 247v. R 1193, f 13v, 5 februari 1422; f 232v, 8 oktober 1422. |
252. | GAH, R 1192, f 247v, z.d. R 1193, f 28v, 11 december 1421; f 192, 13 april 1423. R 1194, f 92v, 1 april 1424. |
253. | GAH, R 1194, f 200, 5 juli 1424. R 1198, f 58v, 17 april 1428. |
254. | GAH, R 1232, f 252, 1 oktober 1462; f 385, 19 april 1463. |
255. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 2028, 17 mei 1441. Vgl. p. 242 van de vorige jaargang. |
256. | RAH, Mariënkroon en Mariëndonk, regest 499, 14 november 1422. GAH, R 1185, f 148v, 5 dagen nu Sacramentsdag 1407. R 1192, f 254, 14 november 1422. R 1193, f 346, 13 april 1423. R 1201, f 265v, 27 juli 1431. R 1223, f 271, 17 januari 1453. GAH, R 1198, f 178, 9 februari 1428. GAH, R 1231, f 169, 14 november 1460. R 1255, f 376. |
259. | GAH, R 1189, f 303, 27 februari 1416. |
260. | GAH, R 1189, f 88v, 2 maart 1415. R 1192, f 430, 8 november 1421. R 1193, f 323v, 1 maart 1423. R 1194, f 114v, 30 juni 1424. R 1216, f 96, 4 juli 1446. |
261. | GAH, R 1187, ff 153, 300. R 1189, f 120v, 27 april 1415; f 122, 30 april 1415. |
262. | GAH, R 1189, f 14v, in prefesto Symonis et Jude 1414. |
263. | GAH, R 1188, f 58v, 1 januari 1413. R 1190, f 243v, 4 november 1417. R 1192, f 406v, 19 december 1421. |
264. | GAH, R 1190. f 261v, 20 september 1417. Vgl. R 1191, f 101v, 31 maart 1421. |
265. | GAH, R 1194, f 309v, 2 augustus 1424. R 1195, f 25v, 2 november 1424. |
266. | GAH, R 1210, f 360, 10 september 1440. |
267. | GAH, R 1206, f 185, z.d. (de akte is niet gepasseerd). Vgl. R 1198, f 178, 3 september 1428. Andere Gestelse onroerend-goedtransacties: R 1192, f 506, 29 mei 1422. R 1194, f 315v, 31 augustus 1424. R 1201, f 26, 22 december 1430; f 352, 24 april 1431. |
268. | GAH, R 1193, f 13v, 5 februari 1422. |
269. | GAH, R 1202, f 135v, 4 augustus 1432. R 1203, f 100v, 24 juli 1433; f 108, 18 september 1433; f 219, 27 juli 1433. R 1213, f 196, 26 maart 1443. Haar vader stierf in 1406-1407; Archief Lieve- Vrouwebroederschap 's-Herlogenbosch 52, rekening 1400-1407, f 36v. |
270. | GAH, Groot Ziekengasthuis 3094, 18 april 1438. |
271. | GAH, R 1202, ff 57, f 57v, 20 februari 1432. |
272. | GAH, R 1213, f 196v, 26 maart 1443. R 1215, f 124v, 12 augustus 1445. |
273. | GAH, R 1209, f 302v, 27 februari 1439. |
274. | GAH, R 1200, f 119, 28 juli 1430. |
275. | GAH, R 1177, f 344. |
276. | GAH, Oud archief, B 1 t/m 6, sub lijfrenten. |
277. | GAH, R 1191, f 30, 17 december 1421. R 1193, f 30, 17 december 1421; f 110, 15 juni 1422; f 174v, 4 september 1422. Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1422-1423, f 147. |
278. | GAH, R 1190, f 119v, 3l maart 1417. |
279. | GAH. R l191, f 174v, 2 september 1421. |
280. | AKH, Kerkarchief Sint-Jan 2931, f CXLIX. |
281. | GAH, R 1192, f 466v, 8 mei 1422. |
282. | GAH, R 1194, f 315v, 31 augustus 1424. |
283. | GAH, R 1191, f 338v, 17 juni 1423. |
284. | GAH, R 1201, f 352, 24 april 1431. R 1205, f 275v, l december 1434. |
285. | ARAG, Nassause Domeinraad, inv. Drossaers, regesten 1224 (7 december 1426) en 1227, (15 februari 1427). GAH, R 1222, f 104v, 30 december 1451. G.C.A. Juten, Cartularium van het begijnhof te Breda (Z.pl., z.j.) 85. A. Erens, De oorkonden van het norbertinessenktooster St. Catharinadal te Breda-Oosterhout (Tongerlo, 1928-1929) 213, 214, 216. |
286. | Erens, Cartularium van het begijnhof, 193, 232, 292. |
287. | K. Leenders, „Het goed van Campe", Hage no. 5 (1972). F.F.X. Cerutti en F.A. Brekelmans, Middeleeuwse rechtsbronnen van stad en heerlijkheid Breda (3 dln.; Utrecht-Bussum-Zutphen, 1956-1990) II, 597, 598; vgl. 294, 295 no. 536. 31 januari 1448. |
288. | GAH, R 1205, f 177v, 23 april 1435. R 1207, f 71v, 27 maart 1437. |
289. | GAH, R 1192, f 167, 4 juni 1421. |
290. | GAH, R 1206, f 120v, 3 september 1436. |
291. | GAH, R l191, f 175v, 5 september 1421. |
292. | GAH, R 1207, f 71v, 27 maart 1437; f 169, 10 april 1437. |
293. | GAH, R 1201, f 132v, 7 augustus 1431. Vgl. R 1207, f 169, 13 maart 1437: huwelijkse voorwaarden. |
294. | H.J.A. van Son, „Nieuwe gegevens over de geslachten van Broechoven uit Tilburg en St. Oedenrode", De Nederlandsche Leeuw, LIV (1936) 291. |
295. | Heer Loenis van Scijnle, kanunnik van Den Bosch, was gegoed te Schijndel. |
296. | GAH, R 1200, ff 134, 135, 12 september 1430. |
297. | GAH, R 1200, f 132, 7 augustus 1431. |
298. | H.A. van Son, „De geslachten van Broechoven in de Meierij van 's Hertogenbosch in de tweede helft van de 14e eeuw", De Nederlandsche Leeuw, LIII (1935) 7. |
299. | GAH, R 1195, f 106, 6 februari 1425; f 169, 22 december 1424. R 1197, f 318, 18 oktober 1426. R 1212, f 190, 14 juli 1442. R 1221, f 327, 17 augustus 1451. |
300. | J.A.J. Becx, „Johan Gerardi en het 'Huis van Broekhoven' te Tilburg", De Brabantse Leeuw, XVII (1968) 2, 3. |
301. | GAH, R 1227, f 244, 21 mei 1457. |
302. | GAH, R 1217, f 443v, 21 maart 1447. R 1218, f 430, 20 augustus 1448 (voor 71 mud). R 1221, f 322v, 3 juli 1451. R 1222, f 116, 28 juni 1452. |
303. | P.C. Boeren, „Het oudste Liber Anniversariorum der kerk van Tilburg", Bossche Bijdragen, XXII (1954) 140. |
304. | GAH, R 1210, f 80, 3 juni 1440. R 1212, f 19, 21 december 1431; f 23, 10 januari 1432; f 30, l februari 1432, f 84v, 17 oktober 1431; f 163v, 21 april 1432; f 104, 10 januari 1432. R 1213, f 66v, l april 1443; f 360, 10 september 1443. R 1214, f 120, 14 augustus 1444. R 1215, ff 40 en 288, 30 januari 1445. R 1218, f 376v, 23 november 1447. R 1227, f 378, 3 maart 1457. |
305. | GAH, Tafel van de Heilige Geest, oorkonden 2028, 17 mei 1441; 2119, 12 augustus 1445; 2407, 26 september 1459. |
306. | GAH, R 1206, f 210v, 3 september 1436. R 1213, f 126, 7 augustus 1443. R 1216, f 134v, 22 november 1445. R 1218, f 1, 3 oktober 1447; f 430, 20 augustus 1448. R 1246, f 319v, 13 maart 1477. AKH. Kerkfabriek Sint-Jan 512, l februari 1444. Idem 522, 27 oktober 1446. Idem 1268, 22 november 1445. Van Heel, „Bijdragen tot de geschiedenis", 272. |
307. | GAH, R 1202, f 250v, 14 april 1432. |
308. | GAH, R 1206, f 267, l maart 1436. |
309. | GAH, R 1206, f 120v, 3 september 1436. |
310. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 157, 162. |
311. | GAH, R 1213, f 326v, 29 juni 1443; f 330v, 31 juli 1443. |
312. | L.P.L. Pirenne en W.J. Formsma, Koopmansgeest te 's-Hertogenbosch in de vijftiende en zestiende eeuw. Het kasboek van Jaspar van Bell 1564-1568 (Nijmegen, 1962) 15. |
313. | GAH, R 1210, f 190, l april 1440. R 1217, f 304, 29 maart 1447. Zie hierna bij zijn zus Luytgart. |
314. | GAH, R 1217, f 323v, 27 mei 1447; f 330 (met gepasseerde akte). R 1218, f 295, 28 augustus 1448. |
315. | GAH, R 1246, f 297v, 22 oktober 1477. |
316. | GAH, Charterverzameling, inv. Sassen 360, 3 maart 1422: no 361, 24 september 1423; no 372, l februari 1430; no 489, 3 maart 1421; no 530, 3 november 1466; no 531, 8 november 1466; no 532, l december 1466; no 553, 8 januari 1467. R 1214, f 168, 27 maart 1444. R 1215, f 210v, 3 juli 1445. R 1230, f 38v, 7 juni 1460. R 1231, f 175, 22 december 1461. R 1244, f 342v, 30 augustus 1475. R 1245, f 340, 30 januari 1476. |
317. | ARAB, Rekenkamer 12992, rekening Sint Jan - Kerstmis 1431. sub Den Bosch. |
318. | GAH, R 1205, f 171, 5 april 1435. R 1215, f253v, l april 1445. R 1216, f 82, 23 juni 1446. R 1219, f 47, 14 maarl 1449. Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1909. 14 januari 1436; 2069A, 2 mei 1443; 2090A, 14 mei 1444. Ch.C.V. Verreyt en W.J.F. Juten, „Noordbrabantsche schepenzegels", Taxandria, VII (1900) 65, 67. |
319. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 153, 156, 161, 165. |
320. | Van Dijck, De Bossche optimaten, 183, 184. |
321. | GAH, R 1215, ff 249v en 257. R 1216, f 330v. R 1217, ff 440v en 445. Vgl. W.J. Formsma, De archieven van de Raad en Rentmeester-Generaal der Domeinen en der Leen- en Tolkamer in de stad en meierij van 's-Hertogenbosch ('s-Gravenhage, 1949) 26. |
322. | GAH, R 1210, f 190. 1 april 1440. R 1225, f 150, 10 oktober 1454. R 1227, f 313, 21 oktober 1456. R 1230, f 118v, 16 augustus 1460. R 1232, f 385, 19 april 1463. |
323. | GAH, R 1226, f 207, 15 oktober 1455. |
324. | GAH, R 1228, f 316v, 22 mei 1456. |
325. | GAH, R 1206, f 210v, 3 september 1436. |
326. | GAH, R 1222, f 124, 2 oktober 1451; f 161, 24 februari 1452; f 164, 2 maart 1452. R 1218, f 278, 17 juni 1448. R 122l, f 58v, 18 februari 1451; f 104v, 10 juni 1451. |
327. | GAH, R 1209, f 182v, 27 februari 1439. R 1215, f 95v, 17 juni 1445. R 1220, f 81, 23 maart 1450. |
328. | GAH, R 1225, f 266v, 26 april 1455. R 1229, f 19, 15 november 1458. R 1237, f 113v, l oktober 1467. R 1250, f 298v, 30 april 1481. |
329. | GAH, R 1214, f 115v, 28 juli 1444. R 1219, f 142. 14 januari 1449. |
330. | GAH, R 1218, f 241v, 8 februari 1448. |
331. | GAH, R 1221, f 20lv, 11 augustus 1451. |
332. | GAH, R 1222, f 327, 18 juli 1452. |
333. | GAH, R 1223, f 180, 8 februari 1453. |
334. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 31. |
335. | GAH, R 1225, f 302, 15 juli 1455. |
336. | GAH, R 1221, f 282, 28 mei 1451. R 1222, f 8, 22 november 1451. |
337. | GAH, R 1226, f 421, 18 december 1455. R 1220, f 3v, 8 oktober 1449. R 1221, f 330v, 26 augustus 1451. Vgl. R 1218, f 295, 28 augustus 1448, R 1225, f 17v, 12 december 1454. R 1232, f 41, 11 maart 1462. |
338. | GAH, R 1226, f 76v, 5 maart 1456. |
339. | GAH, R 1227, f 363v, 8 februari 1457. |
340. | GAH, R 1201, f 14v, 22 november 1430. |
341. | GAH, R 1221, f 322v, 3 juli 1451. R 1224, ff l16 en 116v, 11 juli 1454. |
342. | GAH, R 1252, f 85v, 16 januari 1482. |
343. | ARAB, Leenhof van Brabant II, f IIIIc I, 1460. Idem 122, f 337, 9 december 1460. |
344. | GAH, R 1242, f 29v, 7 januari 1473. R 1254, f 244, 14 maart 1485. |
345. | GAH, R 1231, f 38, 4 januari 1461. |
346. | GAH, R 1242, f 189v, 19 mei 1473. |
347. | GAH, R 1244, f 249v, 19 juli 1485. |